FANTASEREN
De
kans is groot dat het werkwoord ''fantaseren'' op één
of andere manier een rare bijsmaak voor je heeft. Voor mij in
ieder geval wel. Zolang ik me kan herinneren, ben ik een dromer
geweest. Ik kon echt volledig opgaan in mijn eigen fantasiewereld.
Als auteur is dat een hele handige eigenschap, maar in onze
maatschappij is er toch weinig ruimte en begrip voor dromers.
Dromen staat echter regelrecht tegenover realiteit. Vinden we.
Maar is dat ook zo?
Als
we het woordenboek er op na slaan, betekent fantasie:
1.
(psych) het vermogen om met behulp van aanwezige voorstellingen
nieuwe te vormen
2. verbeelding
3. product vd verbeelding; hersenschim
(Bron:
Van
Dale)
Met name die eerste definitie plaatst fantasie al op een niveau
waar het - in mijn beleving - hoort. Het is een vermogen
(gave, capaciteit) om je iets nieuws voor te stellen. In principe
is fantaseren 'op een andere manier kijken naar wat we al kennen'.
Wat vaak gezien wordt als een 'zwakte' of 'zonde van de tijd',
wordt steeds vaker door wetenschappelijke studies onderstreept
als een gezonde manier om moeilijke situaties te verwerken en
zelfs fysiek vooruitgang te boeken. Fantaseren. Dagdromen.
En geloof mij vooral niet op mijn ervaring, maar geef het eens
het voordeel van de twijfel en probeer het zelf. Je hoeft er
niet voor te gaan liggen, je hoeft er niet voor te mediteren,
je hoeft er niets voor te doen. Liever niet, zelfs. Gewoon even
zitten waar je zit of staan waar je staat en jouw gedachten
eens de ruimte geven. Laat ze maar eens afdwalen. Waar brengt
jouw fantasie jou naartoe? Fijne reis!
Handreikend,
SYL